De rode vos is de snelste vos en kan tot 70 km/u rennen.

Andere soorten, zoals de poolvos en fenekvos, zijn trager met snelheden tussen 30 en 50 km/u.

Poolvossen veranderen hun vacht afhankelijk van het seizoen: wit in de winter voor camouflage in sneeuw, en bruin of grijs in de zomer om beter op te gaan in rotsachtige of kale omgevingen.

Vossen hebben een uitstekend gehoor en kunnen zelfs het geritsel van prooien onder sneeuw of aarde waarnemen. Dit stelt hen in staat efficiënt te jagen, zelfs wanneer hun zicht beperkt is.

Vossen jagen met strategie: ze sluipen, besluipen en maken sprongen om prooien te vangen. Soms gebruiken ze vallen of verstoringen in het terrein om hun doel te verrassen.

De dikke, pluimige staart van de vos dient meerdere doelen: balans bij rennen, warmte bij koude nachten en signalen naar andere vossen tijdens sociale interacties of confrontaties.

Vossen kunnen zich aanpassen aan stedelijke omgevingen, vinden voedsel in vuilnisbakken, parken of tuinen, en navigeren behendig tussen mensen en verkeer terwijl ze hun natuurlijke gedrag behouden.